Huishoudens met inkomens tot modaal en een eigen woning hebben vaak moeite om hun woningverduurzaming te organiseren, zegt Richard van Rooij van De Woonpas. ´Ze staan buitenspel terwijl deze groep juist veelal woont in een slecht geïsoleerde woning. Een te klein deel van beschikbare subsidies komt terecht bij de kleinere inkomens en dat vergroot de tweedeling en vertraagt de energietransitie.´
Verduurzamen met Europees geld
Met dat in het achterhoofd heeft hij de Gemeentelijke VerduurzamingsRegeling, ofwel GVR ontwikkeld. De regeling medeontwikkeld met Europees geld uit het Horizon 2020-fonds en hij presenteert de regeling woensdag bij het Covenant of Mayors Business Forum. Dat is een evenement in Brussel van de Europese Commissie en het Covenant of Mayors, een beweging van burgemeesters die werk willen maken van innovatieve oplossingen op lokaal niveau in het klimaatbeleid. Tijdens het evenement ontmoeten bedrijfsleven en overheden, dus ook de centrale overheden, elkaar om innovatieve best practices te delen.
Een soort Teslasubsidie
Er zijn wel veel regelingen voor woningeigenaren, maar de kleinere inkomens vallen vaak buiten de boot: vooral de hogere inkomens hebben minder moeite de verduurzaming technisch en financieel te organiseren. Van Rooij ziet de huidige overheidsregelingen vooral als een soort Teslasubsidie. Van leningen van het Nationaal Warmtefonds komt 10 procent bij de inkomens tot modaal terecht. Van de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing kom 16 procent van de financieringen bij inkomens tot modaal terecht, terwijl er meer nodig is.
Rol voor gemeente
Daarom heeft hij een regeling ontworpen waarin gemeenten een rol spelen en waaraan iedereen mee kan doen, want er is geen krediettoets. Ook is er geen eigen investering nodig. Mensen die aan de top van hun financiering zitten, kunnen daardoor toch hun huis laten verduurzamen.
De Rooij: ´De verduurzaming wordt voorgefinancierd door een stichting die op haar beurt wordt gefinancierd door de Bank Nederlandse Gemeenten. De woningeigenaar betaalt die terug via een gemeentelijke heffing. En bij verkoop blijft de regeling op de woning zodat een volgende bewoner ervan kan profiteren en de lasten ook gedeeld worden.´
Energiearmoede bestrijden
Met de GVR kunnen gemeenten op die manier invulling geven aan hun wijkgerichte energietransitie en tegelijkertijd energiearmoede bestrijden, vindt Van Rooij. De besparing die de verduurzaming van de woning de woningeigenaar oplevert, is in de meeste gevallen groot genoeg om de gemeentelijke heffing te voldoen. De besparing is in de praktijk, volgens Van Rooij veelal gelijk, of valt hoger uit.
Van Rooij verwacht dat de regeling aan het eind van het jaar operationeel is in een stuk of zes gemeenten en hij praat met meer gemeenten. De verduurzaming betreft vooral no-regretmaatregelen, zoals het plaatsen van zonnepanelen en isolatie. Grote energieverbruikers als koken en vooral warm water zitten vooralsnog niet in het pakket omdat dat afhangt van het gemeentelijk beleid of en hoe wijken van het gas af gaan. Van Rooij: we doen een inspectie en stellen de maatregelen die passen, voor en zorgen voor de uitvoering. De woningeigenaar wordt totaal ontzorgd en dat willen de meeste wooneigenaren ook, blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door het ministerie van BZK´
Grondgebonden woningeigenaren
De regeling is opgezet voor grondgebonden woningeigenaren. Aan een regeling voor corporaties wordt gewerkt, met steun van een andere Europese subsidie: de LIFE-subsidie. Gestapelde bouw volgt in de toekomst. Richard van Rooij zegt dat de Europese Commissie de GVR heeft gekwalificeerd als een flagshipproject. ´Dat geeft ons de bevestiging dat we een goede en solide regeling hebben ontwikkeld. Laat deze erkenning meer gemeenten motiveren om de GVR te implementeren zodat we samen woningverduurzaming toegankelijk kunnen maken voor zoveel mogelijk mensen in Nederland’.